Verslag: Rieks
Zeker een goede start die we als team opdragen aan onze trainer: Kenneth Muller.
Deze inspirerende leider kwam zelfs met zijn selectie mee-eten voor de wedstrijd, waarbij hij voor een ontspannen sfeer zorgde, o.a. met zijn anekdote uit het leven gegrepen: dat hoe goed je je ook voorbereid, welke (culturele) achtergrond je ook hebt, je kan zomaar op het moment suprême je wokpan missen. Vrolijk toerden we dus naar ’t Markehuus, waar we een 70% kans zouden hebben om onze tegenstanders te treffen. We hadden een kleine discussie over het te spelen tempo; bij de viertallencompetitie mag het thuisspelende team namelijk zelf kiezen of dat anderhalf uur of 1 uur + 30 seconden per zet is (overigens hadden we dat volgens kwade tongen al moeten aangeven bij aanmelding). Een twistpunt in het team, maar uiteindelijk bleek het niet alleen een (administratieve) last om teamleider te zijn maar ook een lust omdat ik de beslissing kon maken. Bij een evengrote kans dat Ben zijn tegenstander vlagt als dat Arjan zelf gevlagd wordt, besloot ik voor eventuele interessant-om-uit-te-spelen-eindspelen te kiezen.
Bij de wedstrijd was de verslaggever natuurlijk als eerste klaar. De strategische risico’s van het Hollands werden na een tempowinnend schaak duidelijk. Ik won een pion en al mijn stukken stonden beter zodat de ongelijkheid der lopers mijn soepele overwinning niet in de weg stond. Volgens mij als tweede was Pieter klaar. Hij speelde tegen Jonas, die de jeugdigheid van zijn aanvallende pionnenstorm combineerde met volwassen tijdgebrek. Pieter liet zich hier een beetje door meeslepen en had een wokpanmomentje: na een semi-dameoffer verloor hij een stuk en daardoor kon van het hoogstinteressante eindspel dat anders zou ontstaan alleen in de analyse genoten worden.
Ben op zijn beurt speelde een nog enerverender partij in hetzelfde Scandinavisch. Hij probeerde de zwarte koning in het midden te houden en kreeg vervolgens zelf een stukoffer te verwerken. Dat aanbod sloeg hij af en profiteerde vervolgens alsnog van de centrale positie van de zwarte monarch. Een mooie overwinning, die íetsje minder goed smaakte omdat achteraf bleek dat ook hij een dame-offer had kunnen maken om fraai in het centrum mat te zetten.
Arjan leek bij zijn partij inderdaad te profiteren van de tijdstoevoeging: in het Frans ziet het er vanuit de opening niet uit en moet je goed blijven opletten. Zijn stelling oogde dus minder, maar nadere bestudering maakt duidelijk dat een witte koningsaanval meer stukken nodig heeft om te kunnen slagen. Bij het eindspel was Arjans structuur beter en op een enkel tactische mogelijkheid na schoof hij dat goed uit.
Assen 1958 - Staunton 1835 3 - 1 1. Pieter Tromp 2089 - Jonas Hilwerda 1982 0 - 1 2. Rieks Taal 2055 - Erwin van Pelt 1982 1 - 0 3. Arjan Dwarshuis 1948 - Henk Seijen 1739 1 - 0 4. Ben van Os 1740 - Jaap Hettinga 1638 1 - 0