Zaterdag 21 maart ontving Assen nummer 5 op de ranglijst HWP uit Haarlem, dat twee punten achterstand had op de koploper VAS. Wij volgden Haarlem op één punt en konden theoretisch zowel kampioen worden als degraderen. Beide opties beschouwden we zelf als onmogelijk, terwijl Haarlem zichzelf nog wel als titelkandidaat beschouwde. Niet onterecht zoals na afloop bleek.
Na wat nerveus gesteggel over de Haarlemse opstelling kon wedstrijdleider Jan Schut om vijf over één het startschot geven.
Pieter speelde op bord 1 tegen FM Bart Gijswijt een Koningsindiër en ging reeds op zet tien enorm de fout in.
Bart Gijswijt – Pieter Tromp na 10. Pc2
De nuchtere analyse van Pieter: “Ik gaf na een zet of 10 een stuk weg. Verdere toelichting overbodig. Helaas geen mazzel deze keer…”
Beter verging het onze topscoorder Elmar tegen Rob Mulder. De laatst genoemde deed in onderstaande stelling net als Pieter ook een stuk in de aanbieding.
Elmar Hommes – Rob Mulder na 17. Lc1
Commentaar Elmar: “Ik had in de opening wat ruimtevoordeel. Toen mijn tegenstander tegenspel zocht, ontstonden er tactische wendingen die mij een stuk opleverde.”
Bord 8 werd bewoond door twee invallers. Rieks speelde daar tegen teamleider Paul Tuijp, en behandelde de opening iets beter dan zijn opponent.
De analyse van Rieks: “In een slavische partij vergat mijn tegenstander de damevleugel dicht te gooien waardoor zo’n vervelend symmetrische structuur zou ontstaan, waar niemand door komt. Die saaie stellingen werden me bespaard en door mijn sterke paard op c5 was de overwinning al vroeg in zicht.
Rieks Taal – Paul Tuijp na 20. axb4
Ivo speelde tegen Jan-Willem van Prooijen een ietwat saaie partij. Er werd afgewikkeld naar een pionneneindspel, dat iets gunstiger leek voor Ivo.
Jan-Willem van Prooijen – Ivo Maris na 36… gxh5
Heel subtiel had Ivo bedacht om de e-pion te laten promoveren, zodat de zwarte pionnen dicht bij de koning zouden staan. Zoals na te spelen is tikte Ivo het bekwaam uit.
Het commentaar van Ivo zelf: “Aangezien de dames al zeer snel van het bord waren en vervolgens bijna alle lichte stukken van het bord waren, werd het weer eens tijd om een eindspel uit te gaan melken. Een stelling die potremise leek (allebei een paard, 5 pionnen en complete symmetrie), bleek toch niet zo’n potremise stelling te zijn. Na een paar mindere zetten van mijn tegenstander kregen we een eindspel dame+pion tegen dame+2 pionnen. Uiteindelijk lukte het me om nog een dame te halen waarna mijn tegenstander opgaf.”
Hierdoor kwamen we op een comfortabele 3-1 voorsprong. Daarna ging alles mis wat er mis kon gaan.
Paul den Boer en Pieter de Jager toverden na 10 zetten de volgende curieuze stelling op het bord.
Pieter de Jager – Paul den Boer na 10… Kxf6
Paul zijn analyse: “Na een creatieve opening in de stijl van Jobava waren na 10 zetten de Dames al geruild en hadden we een stelling met allebei een dubbelpion.
Arjan had zich ondertussen knap verdedigd tegen het Morragambiet van Indra Polak. Na de afwikkeling in het middenspel rook hij winstkansen, maar na een slordigheidje verdampten deze en moest hij nog alle zeilen bijzetten om niet te verliezen. Gelukkig lukte dat waarna besloten werd tot remise.
Het commentaar van Arjan: “Vanuit een Morragambiet kwam ik met zwart in onderstaande stelling.
Frank speelde een solide partij tegen René Duchêne. Het ging weliswaar redelijk gelijk op, maar Frank wilde graag winnen. Een prima instelling en de honger naar het punt bleek groot. Daarbij vergat Frank in het eindspel zijn koning tijdig bij zijn verdediging te betrekken, zodat de kansen keerden en de zwarte vrije c-pion winnend bleek te zijn. Erg zuur dus voor Frank.
Commentaar van Frank: “Ik verloor openingsvoordeel, maar ik knokte me terug in de partij door stukken te activeren en daarmee druk uit te oefenen op zwart. Helaas kon ik niet verder manoeuvreren. Toen de dames van het bord gingen, had ik nooit mogen verliezen.”
Tenslotte was Maarten tegen Max Merbis zijn vesting aan het verdedigen. Lang leek dat te lukken, maar de druk bleek langzaam maar zeker te groot.
Commentaar van Maarten: “Mijn partij had een vrij saaie opening. Ik besloot de gebalanceerde stelling te doorbreken met een aanval op de koningsvleugel. Mijn tegenstander reageerde adequaat in het centrum. Het was hangen en wurgen, maar ik bereikte uiteindelijk een gelijk eindspel. Net toen de stofwolken opgetrokken leken te zijn gaf ik een pion weg. Het toreneindspel met een pion minder was voor mij niet meer te keepen.”
Hierdoor ging HWP er toch nog met de overwinning vandoor en werd medekoploper getuige de volgende stand na 7 rondes: