Tot nu toe zat het Assen 2 niet bepaald mee in het allereerste KNSB-seizoen, al moet gezegd dat de eerste twee tegenstanders (Philidor 1847 2 en de Spassky’s) meteen de sterkste twee van de klasse waren. In de derde ronde kregen we daarentegen Mid-Fryslân, de op papier zwakste ploeg, op bezoek. Een heus vierpuntenduel dus, want de verliezer zou het wel eens zwaar kunnen krijgen in de strijd tegen degradatie…
Helaas begonnen we met een tegenvaller, want Gertjan deed op bord 1 rond zet 15 zomaar een pion plus kwaliteit in de aanbieding, en hoewel hij de strijd nog tot na 15:00 wist te rekken was dat al relatief snel een onbegonnen zaak. Werk aan de winkel dus voor de overige borden!
Drie remises volgden, op de borden 2, 3 en 4. Paul (2) en Sjoerd (4) deden dat volgens mij in betere stelling, maar Sybrand (3) had er een geweldige schwindel voor nodig: in verloren stelling wist hij met een torenoffer eeuwig schaak te forceren.
Sjoerd schrijft zelf over zijn partij: “Ik kwam niet lekker uit de opening tegen Peter Koning. In het middenspel dacht ik in onderstaande stand een pion te winnen.
Ben bracht ons op voorsprong, maar het ging niet bepaald van een leien dakje: een optisch voordeel verzandde in een gelijke stelling, en zijn tegenstander had zelfs het lef ergens een remiseaanbod te doen… Gelukkig beging hij in het eindspel een paar kleine onnauwkeurigheden, waardoor Ben zijn toren opeens over de onderste rij naar de zwarte koningsvleugel kon dirigeren en een pion op kon peuzelen. Het overgebleven pionneneindspel bleek op tempo gewonnen, en dus alsnog een vol punt voor de teamleider!
Kenneth stelde de matchpunten veilig; hij kreeg opeens een kwaliteit cadeau en gaf die op een goed moment terug om een makkelijk gewonnen toreneindspel af te dwingen. Lekker gespeeld!
Toen was het inmiddels 17:00, en terwijl enkele teamgenoten alvast richting Groningen gingen om de afterparty voor te bereiden, zat ikzelf op bord 5 me nog blind te staren op deze stelling: